Bel ons direct
Mail ons direct

Algemene Voorwaarden voor Zorgvervoer en Taxi

gedeponeerd door Koninklijk Nederlands Vervoer ter griffie van de rechtbank te ‘s-Gravenhage op 10 december 2019, aktenummer 35/2019. Deze algemene voorwaarden treden in werking per 1 januari 2020.

Artikel 1: Begripsomschrijving

In deze Algemene Voorwaarden voor Zorgvervoer en Taxi wordt verstaan onder:

1. Taxivervoer/Zorgvervoer: al het overeengekomen personenvervoer per Auto zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet personenvervoer 2000, waarbij de ritprijs van tevoren is overeengekomen dan wel wordt bepaald door het hanteren van de
Taxameter. Het vervoer omvat tevens het in- en uitstappen.

2. Vervoerovereenkomst: de tussen Reiziger/Opdrachtgever en Vervoerder afgesloten overeenkomst om taxivervoer te verrichten.

3. Taxistandplaats: een deel van de voor het openbaar verkeer openstaande weg dat door de wegbeheerder is aangewezen als parkeerplaats voor taxi’s.

4. Auto: motorrijtuig, als bedoeld in artikel 1 van de Wet personenvervoer 2000.

5. Reiziger: de persoon die door Vervoerder wordt vervoerd.

6. Opdrachtgever: de natuurlijke of rechtspersoon die een Vervoerovereenkomst aangaat met Vervoerder.

7. Opdracht:
a. een opdracht van een natuurlijke persoon aan een Vervoerder die op een Taxistandplaats reizigers afwacht;
b. iedere andere opdracht van een Reiziger/Opdrachtgever aan Vervoerder.

8. Vervoerder: de natuurlijke persoon of rechtspersoon, lid van KNV Zorgvervoer en Taxi, dan wel beschikkend over een geldig TX-Keurmerk, diens Bestuurder(s) van de auto(’s) daaronder begrepen, die zich verbindt personen te vervoeren
per Auto.

9. Bestuurder: bestuurder van de auto waarmee taxivervoer wordt verricht (de taxichauffeur) in dienst van Vervoerder met inbegrip van andere Bestuurders van de auto, die niet in dienst zijn van vervoerder maar wel dienst doen in zijn opdracht in een vervoermiddel van Vervoerder of een vervoermiddel dat aan Vervoerder beschikbaar is gesteld.

10. Handbagage: bagage die een Reiziger als gemakkelijk mee te voeren, draagbaar dan wel verrijdbaar bij zich heeft, daaronder begrepen levende dieren, alsmede andere voorwerpen die door de Vervoerder als handbagage worden
toegelaten.

11. Taxameter: apparaat in de auto dat de vervoerprijs overeenkomstig de kenbaar gemaakte tarieven aangeeft. De Taxameter dient zichtbaar aanwezig te zijn.

12. Stichting TX-Keur: Stichting die het kwaliteitskeurmerk TX-Keur verleent en beheert.

13. KNV Zorgvervoer en Taxi:
Werkgeversorganisatie waarbij vervoerder als lid is aangesloten.

Artikel 2: Toepassingsgebied Algemene Voorwaarden

Deze Algemene Voorwaarden zijn van toepassing op alle Vervoerovereenkomsten en vormen de basis voor de behandeling van geschillen door de Geschillencommissie Zorgvervoer en Taxi, zoals bedoeld in artikel 14 van deze algemene voorwaarden.

Artikel 3: Totstandkoming Vervoerovereenkomst

1. Een Vervoerovereenkomst komt tot stand door aanvaarding door de Reiziger/Opdrachtgever van het aanbod van de Vervoerder.

2. Als sprake is van een Opdracht als bedoeld in artikel 1 lid 7a, dan is Vervoerder verplicht deze opdracht te aanvaarden, behoudens het bepaalde
in artikel 4 lid 1.

3. De verplichtingen van Vervoerder, waaronder artikel 7, gelden eveneens tegenover de Reiziger die niet als Opdrachtgever optreedt.

Artikel 4: Beëindiging en annulering Vervoerovereenkomst

1. Vervoerder kan het voortzetten van de rit onmiddellijk staken en aldus de Vervoerovereenkomst beëindigen, indien de Reiziger dusdanige hinder  veroorzaakt dat in alle redelijkheid niet van de Vervoerder kan worden gevergd dat hij de Reiziger (verder) vervoert. Vervoerder kan in dat geval de Reiziger gelasten het voertuig onmiddellijk te verlaten.

2. Vervoerder is in een geval zoals is bedoeld in lid 1, niet gehouden de Reiziger enige schade te vergoeden.

3. Bij voortijdige beëindiging is Reiziger, ingeval de ritprijs tot stand komt via de Taxameter, het bedrag verschuldigd dat de Taxameter aangeeft op het moment van beëindiging van de rit. Ingeval voor aanvang van de rit een ritprijs is overeengekomen, is Reiziger/Opdrachtgever een evenredig deel van de vooraf overeengekomen prijs verschuldigd, ter vergoeding van het reeds gereden deel van de rit.

4. Reiziger/Opdrachtgever kan voor aanvang van de bij Vervoerder bestelde rit afzien. In een dergelijk geval is de Reiziger/Opdrachtgever gehouden tot een schadeloosstelling naar redelijkheid en billijkheid aan de Vervoerder wanneer sprake is van aantoonbare schade. Dit geldt ook wanneer de Reiziger niet verschijnt op de met de Vervoerder afgesproken plaats.

5. Ingeval Vervoerder bij een bestelde rit niet volgens afspraak verschijnt, heeft Reiziger bij aantoonbare schade recht op een op redelijkheid en billijkheid gebaseerde schadevergoeding.

Artikel 5: Verplichtingen en bevoegdheden Reiziger

1. Reiziger is gehouden:
a. door Vervoerder in alle redelijkheid gegeven aanwijzingen of instructies op te volgen, zoals het plaatsnemen op de door vervoerder aangewezen zitplaats;
b. de gordel om te doen, voorafgaand aan de rit. Een boete die voortvloeit uit het zich niet houden aan deze verplichting door de Reiziger kan op deze
worden verhaald.

2. Reiziger is verplicht zich in de Auto te onthouden van:
a. beschadiging en/of verontreiniging van de Auto;
b. het gebruik van alcoholhoudende dranken, tenzij met uitdrukkelijke toestemming van Vervoerder;
c. het meevoeren en/of gebruiken van verdovende middelen;
d. het gebruiken van rookwaar;
e. agressie, het plegen van handtastelijkheden, het lastig vallen, bedreigen, dan wel zich op een andere wijze onbehoorlijk gedragen jegens Vervoerder en
of anderen;
f. het op enigerlei wijze hinderen van Vervoerder in de uitoefening van zijn taak.

3. Reiziger is gehouden hetzij de vooraf overeengekomen ritprijs, hetzij de door de Taxameter bepaalde ritprijs te betalen.

4. Wanneer vóór of tijdens de rit omstandigheden aan de zijde van Vervoerder zich opdoen of naar voren komen, die Reiziger bij het sluiten van de overeenkomst niet behoefde te kennen, doch die, indien zij hem wel bekend waren geweest, redelijkerwijs voor hem grond hadden opgeleverd de Vervoerovereenkomst niet of op andere voorwaarden aan te gaan, is Reiziger bevoegd de overeenkomst op te zeggen. De opzegging geschiedt door een mondelinge of schriftelijke kennisgeving van de Reiziger en de overeenkomst
eindigt op het ogenblik van ontvangst daarvan door vervoerder. Naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid zijn partijen na opzegging van de Vervoerovereenkomst verplicht elkaar de daardoor geleden schade te vergoeden.

5. Reiziger is bevoegd om tussentijds de eindbestemming van de rit te wijzigen; dit met inachtneming van het in lid 3 gestelde.

6. Indien Reiziger er voor kiest zelf het portier te openen, is deze verplicht het portier zodanig te openen, dat geen hinder en/of gevaar voor het verkeer ontstaat.

Artikel 6: Betaling

1. Uitvoering op grond van de Vervoerovereenkomst geschiedt op grond van de Wet Personenvervoer 2000 vastgestelde en op correcte wijze bekend gemaakte tarieven, zoals bepaald door de Taxameter of waarbij de ritprijs van te voren overeen is gekomen.

2. Betalingen door Reiziger/Opdrachtgever aan Vervoerder dienen contant met een in Nederland algemeen geaccepteerd betaalmiddel te geschieden, daarbij algemeen erkende vormen van elektronische betalingen inbegrepen, tenzij  anders is overeengekomen.

3. Vervoerder is gerechtigd bij Reiziger/Opdrachtgever te bevorderen dat  contante betalingen in gepast geld worden voldaan. Vervoerder is niet gehouden een hoeveelheid munten als betaling aan te nemen, als het tellen daarvan een onevenredig oponthoud veroorzaakt.

4. a. Indien de Reiziger/Opdrachtgever, voor zover deze niet handelde in de uitoefening van een beroep of bedrijf, niet tijdig aan zijn betalingsverplichting(en) voldoet, is deze, nadat hij door de Vervoerder is gewezen op de te late betaling en de Vervoerder hem een termijn van 14 dagen heeft gegund om alsnog aan zijn betalingsverplichtingen te voldoen, na het verstrijken van deze 14-dagen-termijn over het nog verschuldigde bedrag de wettelijke rente verschuldigd en is de Vervoerder gerechtigd de door hem gemaakte buitengerechtelijke incassokosten in rekening te brengen. Deze incassokosten bedragen maximaal: 15% over openstaande bedragen tot € 2.500,-, 10% over de daaropvolgende € 2.500,- en 5% over de volgende € 5.000,- met een minimum van € 40,-. De Vervoerder kan ten voordele van de Reiziger/Opdrachtgever als bedoeld in dit lid afwijken van genoemde bedragen en percentages.
b. Voor zover Reiziger/Opdrachtgever handelde in de uitoefening van een beroep of bedrijf maakt Vervoerder aanspraak op vergoeding van de buitengerechtelijke (incasso)kosten, welke kosten in dat geval, in afwijking van artikel 6:96 lid 4 BW en in afwijking van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten, worden vastgesteld op een bedrag gelijk aan 15 % van de totaal openstaande hoofdsom met een minimum van € 75,- voor iedere gedeeltelijk of volledig onbetaald gelaten factuur.

5. Partijen zijn gerechtigd om wederzijdse vorderingen te verrekenen.

Artikel 7: Verplichtingen en bevoegdheden Vervoerder

1. Vervoerder is verplicht de Reiziger, alsmede de door hem meegevoerde Handbagage op zorgvuldige en veilige wijze te vervoeren.

2. Vervoerder is verplicht de Reiziger naar de bestemming te brengen volgens de voor de Reiziger gunstigste weg: hetzij via de snelste dan wel economisch voordeligste route, tenzij de Reiziger of de meldkamer/ centrale nadrukkelijk verzoekt of opdracht geeft om langs een andere route te rijden.

3. Vervoerder is verplicht Reiziger behulpzaam te zijn bij het in- en uitstappen alsmede het in- en uitladen van Handbagage, tenzij zulks om (verkeers-) technische redenen onmogelijk is.

4. Vervoerder is bij gebruik van de Taxameter verplicht de stand van de Taxameter bij het einde van de rit zo lang te laten staan, dat Reiziger zich redelijkerwijs van de stand op de hoogte heeft kunnen stellen.

5. Vervoerder is verplicht om, zoals voorgeschreven in artikel 1c van de Regeling maximumtarief en bekendmaking tarieven taxivervoer, aan de Reiziger een betalingsbewijs te verstrekken waarop tenminste de daar voorgeschreven gegevens staan, zoals de ritprijs en daarbij toegepaste tarieven, de gereden afstand, naam, adres en nummer vergunning van het bedrijf, kenteken voertuig, datum en begin- en eindtijdstip van de rit.

6. Vervoerder is verplicht zorgvuldig om te gaan met de persoonlijke gegevens, verkregen in verband met de boeking van ritten of anderszins. Voor deze persoonsgegevens geldt onverkort hetgeen is bepaald in de Algemene  verordening gegevensbescherming.

7. Als de Vervoerder het vervoer geheel of gedeeltelijk staakt, stelt de hij Reiziger zo spoedig mogelijk in kennis van het staken en indien mogelijk van de redenen, de door hem te nemen maatregelen en de mogelijke tijdsduur.

Artikel 8: Handbagage

1. Reiziger is verplicht zijn Handbagage deugdelijk te verpakken.

2. Vervoerder heeft het recht het vervoer van Handbagage, welke door zijn aard lastig, gevaarlijk of verboden is c.q. kan zijn, dan wel aanleiding kan geven tot beschadiging of verontreiniging, te weigeren. Een dergelijke situatie doet zich in ieder geval voor indien Handbagage bestaat uit:
a. vuurwapens, slag- en/of steekwapens;

b. ontplofbare stoffen;
c. samengeperste gassen in reservoirs;
d. voor zelfontbranding vatbare of licht ontvlambare stoffen;
e. sterk of kwalijk ruikende stoffen;
f. verdovende middelen;
g. munitie.

3. Vervoerder is verplicht redelijke zorg aan te wenden zodat Handbagage van Reiziger niet verloren gaat of beschadigd wordt.

Artikel 9: Vervoer van dieren

1. Levende dieren mogen, behoudens hetgeen in het volgende lid van dit artikel is bepaald, in gemakkelijk draagbare mand, tas of een dergelijk voorwerp welke kan worden neergezet of op schoot gehouden, worden meegevoerd. Honden mogen evenwel ook op andere wijze worden meegevoerd, mits kort aangelijnd

2. De in het eerste lid bedoelde dieren mogen niet worden meegenomen, indien deze op enigerlei wijze voor Reiziger of voor de Bestuurder lastig of hinderlijk kunnen zijn of lijden aan een ernstige ziekte.

3. Hulphonden, zoals blindengeleidehonden dienen onder alle omstandigheden te worden meegenomen. Indien een Bestuurder allergisch is, dient hij/zij binnen 15 minuten voor vervangend vervoer te zorgen.

Artikel 10: Gevonden voorwerpen

Met betrekking tot gevonden voorwerpen geldt, met inachtneming van de algemene wettelijke bepalingen (artikel 5 t/m 12 van boek 5 Burgerlijk Wetboek) ten aanzien van de aangifte- en meldingsplicht en het in bewaring geven en nemen, het volgende:

1. Reiziger is verplicht zo spoedig mogelijk bij Vervoerder mededeling te doen van een door hem gevonden voorwerp of geldsom. Vervoerder is bevoegd tegen afgifte van bewijs een aldus gevonden voorwerp of geldsom in bewaring aan te nemen. Indien de vinder het gevonden voorwerp of de geldsom onder zich houdt, is hij verplicht al datgene te doen wat redelijkerwijs van hem kan worden gevergd om de eigenaar of verliezer te vinden.

2. Vervoerder is bevoegd een door Bestuurder gevonden of door een ander gevonden en aan hem afgegeven voorwerp na drie maanden of, indien het voorwerp niet voor bewaring geschikt is, eerder te verkopen, voor zover het betreft niet kostbare zaken.

3. Vervoerder is verplicht een gevonden voorwerp, de opbrengst van een ingevolge lid 2 verkocht voorwerp of het bedrag van een gevonden geldsom aan de rechthebbende af te geven, indien deze zich binnen één jaar na melding van verlies aanmeldt. Indien de rechthebbende het gevonden voorwerp of de opbrengst van de verkoop daarvan opeist, mag de Vervoerder hem het  verschuldigde bewaarloon en administratiekosten in rekening brengen.

Artikel 11: Overmacht

1. Een tekortkoming kan Vervoerder niet worden toegerekend wanneer deze niet is te wijten aan zijn schuld, of als deze noch krachtens de wet, rechtshandeling of in het verkeer geldende opvattingen voor zijn rekening komt (overmacht). Als de Vervoerder door overmacht niet aan haar verplichtingen jegens  Reiziger/Opdrachtgever kan voldoen, kan de Reiziger/Opdrachtgever de overeenkomst ontbinden. De Vervoerder zal in dat geval door de  Reiziger/Opdrachtgever vooruitbetaalde bedragen zo spoedig mogelijk terugbetalen.
2. In geval van overmacht heeft Reiziger/Opdrachtgever geen recht op schadevergoeding, behoudens het bepaalde in artikel 6:78 van het Burgerlijk Wetboek.

Artikel 12: Aansprakelijkheid van Vervoerder

1. Vervoerder is aansprakelijk voor de schade veroorzaakt door dood of letsel van de Reiziger ten gevolge van een ongeval dat in verband met en tijdens het vervoer de reiziger is overkomen. Vervoerder is niet aansprakelijk, indien het ongeval is veroorzaakt door een omstandigheid die een zorgvuldig Vervoerder niet heeft kunnen vermijden en waarvan Vervoerder de gevolgen niet heeft kunnen verhinderen. De schadevergoeding die vervoerder in genoemde omstandigheden mogelijk verschuldigd is, is wettelijk beperkt tot € 1.000.000 per reiziger met een maximum van € 15.000.000 per gebeurtenis.

2. Vervoerder is aansprakelijk voor schade veroorzaakt door geheel of  gedeeltelijk verlies dan wel beschadiging van de handbagage, voor zover dit verlies of deze beschadiging is ontstaan tijdens het vervoer en is veroorzaakt:
a. door een aan Reiziger overkomen ongeval dat voor rekening van Vervoerder komt; of
b. door een omstandigheid die een zorgvuldig Vervoerder had kunnen vermijden of waarvan de Vervoerder de gevolgen had kunnen verhinderen. De schadevergoeding die Vervoerder mogelijk verschuldigd is in geval van verlies of beschadiging van Handbagage is wettelijk beperkt tot een bedrag van € 1.500,- per Reiziger.

3. In geval van vertraging is Vervoerder wettelijk aansprakelijk tot een maximum van € 1000,-.

Artikel 13: Aansprakelijkheid van Reiziger

Reiziger is in beginsel verplicht aan Vervoerder de schade te vergoeden die hij of zijn Handbagage aan Vervoerder berokkent, behalve voor zover deze schade is veroorzaakt door een omstandigheid die een zorgvuldig Reiziger niet heeft  kunnen vermijden en voor zover zulk een Reiziger de gevolgen daarvan niet heeft kunnen verhinderen. Reiziger kan geen beroep doen op de hoedanigheid of een gebrek van zijn Handbagage. Ook schoonmaakkosten behoren tot de in dit artikel bedoelde vergoeding van schade.

Artikel 14: Klachten en geschillen

1. Klachten over de totstandkoming en uitvoering van de Vervoerovereenkomst moeten volledig en duidelijk omschreven worden ingediend bij Vervoerder binnen bekwame tijd nadat Reiziger/Opdrachtgever de gebreken heeft geconstateerd of redelijkerwijs had moeten constateren.

2. Vervoerder spant zich in om, mede ter voorkoming van geschillen, bij klachten van Reiziger/Opdrachtgever deze serieus en in redelijkheid naar genoegen van
Reiziger/Opdrachtgever af te handelen.

3. Ingeval partijen niet tot een afronding komen, dient Vervoerder de klagende
Reiziger/Opdrachtgever, voor zover deze Opdrachtgever niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf, te wijzen op de mogelijkheid het aldus ontstane geschil aan de in lid 5 genoemde geschillencommissie te kunnen voorleggen.

4. Reiziger/Opdrachtgever moet ingeval hij Vervoerder aansprakelijk stelt voor schade, deze schade zo spoedig mogelijk schriftelijk aan Vervoerder melden. De aard en de omvang van de schade moet daarbij bij benadering worden
aangegeven.

5. Geschillen tussen Reiziger/Opdrachtgever, voor zover deze Opdrachtgever niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf, en Vervoerder over de totstandkoming of de uitvoering van overeenkomsten met betrekking tot door deze Vervoerder te leveren of geleverde diensten, kunnen zowel door Reiziger/Opdrachtgever, voor zover deze Opdrachtgever niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf, als door Vervoerder worden voorgelegd aan de Geschillencommissie Zorgvervoer en Taxi, Postbus 19365, 2500 CJ Den Haag, verder te noemen “Geschillencommissie”.

6. Een geschil wordt door de Geschillencommissie slechts in behandeling  genomen, indien Reiziger/Opdrachtgever, voor zover deze Opdrachtgever niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf, zijn klacht eerst aan Vervoerder heeft voorgelegd.

7. Leidt de klacht niet tot een oplossing dan moet het geschil uiterlijk 12 maanden na de datum waarop Reiziger/Opdrachtgever, voor zover deze Opdrachtgever niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf, de klacht bij de Vervoerder indiende, schriftelijk of in een andere door de Geschillencommissie te bepalen vorm bij de Geschillencommissie aanhangig worden gemaakt.

8. Wanneer Reiziger/Opdrachtgever, voor zover deze Opdrachtgever niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf, een geschil voorlegt aan de Geschillencommissie, is Vervoerder aan deze keuze gebonden. Indien Vervoerder dit wil doen, moet hij Reiziger/Opdrachtgever, voor zover deze Opdrachtgever niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf, schriftelijk vragen zich binnen vijf weken uit te spreken of hij daarmee akkoord gaat. Vervoerder dient daarbij aan te kondigen dat hij zich na het verstrijken van voornoemde termijn vrij zal achten het geschil aan de gewone rechter voor te leggen.
9. De Geschillencommissie doet uitspraak met inachtneming van de bepalingen van het voor haar geldende reglement. Het reglement van de  Geschillencommissie wordt desgevraagd toegezonden. De beslissingen van de
Geschillencommissie geschieden bij wege van bindend advies. Voor de behandeling van een geschil is een vergoeding verschuldigd.

10. Uitsluitend de Nederlandse rechter dan wel de hierboven genoemde Geschillencommissie is bevoegd van geschillen kennis te nemen.

Artikel 15: Nakomingsgarantie

1. KNV Zorgvervoer en Taxi staat garant voor de nakoming van de bindend adviezen van de in artikel 14 bedoelde Geschillencommissie door haar leden, tenzij het lid het bindend advies binnen twee maanden na de verzending daarvan ter vernietiging aan de rechter voorlegt. Deze garantstelling herleeft, indien het bindend advies na toetsing door de rechter in stand is gebleven en het vonnis waaruit dit blijkt, in kracht van gewijsde is gegaan

2. KNV Zorgvervoer en Taxi verschaft geen nakomingsgarantie indien, voordat het geschil door de in artikel 14 bedoelde Geschillencommissie ter zitting is behandeld en een eindbeslissing is gewezen, van één van de volgende situaties sprake is:
a. aan het lid is surseance van betaling verleend, of;
b. het lid is failliet verklaard, of;
c. de bedrijfsactiviteiten zijn feitelijk beëindigd. Bepalend voor deze laatste situatie is de datum waarop de bedrijfsbeëindiging in het Handelsregister is ingeschreven of een eerdere datum, waarvan KNV Zorgvervoer en Taxi aannemelijk kan maken dat de bedrijfsactiviteiten feitelijk zijn beëindigd;

3. De garantstelling door KNV Zorgvervoer en Taxi is beperkt tot € 3.500,-,- per bindend advies. KNV Zorgvervoer en Taxi verstrekt deze garantstelling onder de voorwaarde dat de Reiziger/Opdrachtgever, voor zover deze Opdrachtgever niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf, die op deze garantie een
beroep doet, zijn vordering op grond van het bindend advies tot maximaal het uitgekeerde bedrag aan KNV Zorgvervoer en Taxi overdraagt (cedeert), gelijktijdig met de honorering van zijn beroep op de nakomingsgarantie.

4. Het gestelde in de leden 1 tot en met 3 van dit artikel is enkel van toepassing in geval Vervoerder lid is van KNV Zorgvervoer en Taxi.

5 Indien Vervoerder geen lid is van KNV Zorgvervoer en Taxi, maar wel beschikt over een geldig TXKeurmerk staat Stichting TX-Keur garant voor de in de leden 1 tot en met 3 van dit artikel omschreven nakoming.

6 Indien Vervoerder lid is van KNV Zorgvervoer en Taxi en tevens beschikt over een geldig TXKeurmerk wordt de in dit artikel bedoelde nakomingsgarantie in overleg tussen KNV Zorgvervoer en Taxi en Stichting TX-Keur verschaft, en wel door één van de laatstgenoemde twee partijen.

Artikel 16: Overige voorwaarden

1. Alle Vervoerovereenkomsten waarop deze voorwaarden van toepassing zijn verklaard, zijn onderworpen aan Nederlands recht.

2. Vervoerder is verplicht bekendheid te geven aan de wijze waarop Reiziger/Opdrachtgever op diens verzoek deze Voorwaarden kan verkrijgen.

3. Deze Algemene Voorwaarden zijn openbaar en te raadplegen via internet, onder meer op www.knv.nl, en desgevraagd ook kosteloos verkrijgbaar bij de vervoerder.